Op de dag naar La Vajol (zeg maar dag -4) gebeurde het. Terwijl ik dapper op een smal pad doorstapte zag ik opeens door de bomen heen de zee in de verte. Mijn adem stokte even en ik zei hardop in mezelf "Kijk nou, de zee!". Het was een mooi moment. Ondertussen was de de laatste dagen ook aan andere dingen merkbaar dat de Middellandse Zee steeds dichterbij kwam. Steeds vaker rook ik naast naaldbomen ook de thijmachtige geur en in de lagere uitlopers van de Pyreneeën zag ik steeds meer olijfbomen en parasoldennen. Ik zag ook andere vegetatie die ik herkende van het door mij zo geliefde Mallorca. Toen ik op dag -2 de col overging voor de afdaling naar Llança róók ik zelfs opeens de zee.