Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik geen sabbaticals meer nodig heb om te kunnen wandelen (want definitief 'los'), zal ik dit weblog weer gebruiken. Ik worstel nog met het criterium 'wanneer wel, wanneer niet', maar in ieder geval tochten met een kop en een staart. En dus waar ik in 2024 mee begon: de 'Camí de Cavalls' op Menorca.

maandag 25 augustus 2008

"Bedankspeech"

Het is net de Oscaruitreiking, want ik wil hier op deze weblog, het platform van mijn belevenissen en emoties, heel graag de familie en vrienden, bekende en onbekenden bedanken die mij de laatste zeven maanden en in het bijzonder de afgelopen elf weken gestimuleerd en gesteund hebben.

Ik begin bij het begin en dan heb ik het over mijn dank aan Arnoud. Hij is het geweest die mij met zijn sabbatical en zijn avontuurlijke tocht met de Eend door Afrika de prikkel heeft gegeven om over een sabbatical voor mezelf na te denken. Vanuit een lethargische houding van "dat is voor mij toch niet weggelegd" is bij mij op een gegeven moment de knop omgegaan om te wíllen nadenken over hoe het wél zou kunnen.

Verder móet ik iemand bedanken die ongelooflijk belangrijk was, want zonder hem kon ik wel wat willen maar zou het mogelijk bij dromen zijn gebleven: mijn baas of eigenlijk de twee laatste bazen. Op mijn verzoek eind 2006 bij een functioneringsgesprek reageerde baas 1 heel positief en zag hij qua afwezigheidsduur eigenlijk geen verschil tussen een vrouw die twee keer zwanger werd en eentje die zeven maanden op het werk vervangen zou moeten worden omdat ze de wijde wereld in trekt. Cool, Wim Fred! Baas 2, zijn opvolger Arjen, zorgde dat het abstracte idee hoe dan ook handen en voeten kon krijgen. Beiden dus bedankt!

Zonder meer de twee belangrijksten in deze "speech" zijn mijn moeder en mijn broer Sander, die voor mij permanent op de achtergrond aanwezig waren. Sander was er primair voor de veiligheid. Zou er iets met mij gebeuren, dan zou het geen dágen hoeven duren voor dat iemand dat in de gaten zou hebben. Mocht hij te lang geen contact hebben, dan wist hij dat dat niet klopte en kon hij hulp inschakelen. Gedisciplineerd meldde ik dus dagelijks per sms na afloop mijn veilige aankomst en vertelde ik mijn plan voor de volgende dag. Als ik wist dat ik geen bereik zou hebben (in de hogere delen, bij wildkamperen en in refugios), dan zei ik dat vooraf, zodat hij niet onnodig bezorgd zou zijn. Hij volgde dus ook nauwgezet mijn route en als hij bericht verwachtte maar niet had gekregen, dan smste hij "Ben je er al?". Zo´n backup is goud waard als je alleen loopt.

Dan mijn moeder ...! Als ik het gechargeerd zeg: mijn weervrouw en de redactieassistente voor mijn weblog. Op de site van het spaanse KNMI volgde ze dagelijks de weersvoorspellingen die ze vervolgens naar mij smste. In de laatste weken vanaf Andorra hield ze er zelfs nog een tweede, catalaanse weersite naast. Daarnaast zorgde ze steeds voor updates van mijn weblog als ik zelf geen internettoegang had. Berichtjes die ik per sms stuurde typte ze over en ze plaatste foto´s bij de artikeltjes die door Raymond vanaf mijn schijfje via zijn laptop verkleind naar haar waren gemaild. Mijn weblog was ook háár weblog. Als ik ergens gehaast wél een internetcafé had kunnen bezoeken, haalde zij daarna de typefouten eruit. Maar dat is nog maar de praktische kant van haar steun. Ik heb godzijdank een stoere moeder, niet eentje die gaat piepen dat het toch eigenlijk allemaal wel erg eng is voor haar enige dochter. Wat voor mijn broer en voor mijn moeder beiden geldt, gaat het fijne van praktische hulp ver te boven: dat is het gevoel dat zij mij gaven mij onvoorwaardelijk te steunen, bij mijn verblijf in Bolivia en Peru en bij het lopen van de GR11. Mama en Sander, dat gevoel was het belangrijkste dat ik bij me droeg (nou ja, naast mijn tentje en kookgereid dan!).

Over Raymond en Yolanda heb ik al veel geschreven. Daarom volsta ik met de zoveelste herhaling van wat ik al heb gezegd en nog wel tig keer zal zeggen: lieve schatten, heel erg bedankt!

En dan waren er nog zoveel andere, soms zelfs anonieme mensen die mij tot steun waren. De mevrouw van een huis in the middle of nowhere, in de laatste dagen toen het droog en heet was en de bron in de buurt langs de route alleen nog wat vaag gekleurd water gaf, die buiten aan de route een kratje met flessen drinkwater voor wandelaars zette met een bordje "gratis" en "veel geluk". De Franse schaapsherder die vlakbij de Ibon d´Estanes zijn kudde weidde en mij bij de opkomende dichte mist zijn cabana aanbood. Kim en Thomas die mij vooruitgingen en mij per sms steeds geruststelden over de sneeuw over de hoge passen. De jongen bij Sant Quirze die bij het zien van mijn gehavende voeten en het horen van mijn antwoord op zijn vraag of ik nog droge sokken had, spontaan een paar van zijn sokken aanbood. De moedinsprekende smsjes en mails nadat ik op mijn weblog melding maakte van de mogelijk "fatale" vertraging door dat rare schouderwondje. Nicole die ondanks haar eigen verdriet en zorgen mij toch mailde over mijn avontuur. De Hiking-Siters die mij per sms hebben aangemoedigd op de laatste dag. Alle kleine en grote steuntjes en steunen in de rug hebben mij zo geholpen en zó´n warm gevoel gegeven. Ik heb de GR11 alleen gelopen, maar alleen was ik nooit.