De volgende dag ging ik op weg naar Maó, mijn laatste dag van de eerste helft. Ik moest eerst nog heel verhard Punta Prima door, maar daarna werd het weer erg mooi. Zowel kustpad met diverse verdedigingstorens en inhammetjes, als platteland tussen oneindige stenen muurtjes.
NB Voor de zelfvoorzienende trekkers: er is in Punta Prima een werkend drinkwaterpunt bij het strandje. Er was als verwacht helemaal niets open. Alleen de apotheek, mocht je daar wat nodig hebben. In het stuk groen langs de kust tegenover Insotel leken mij ook prima stealth kampplekken te vinden. Zelfs bij wind, denk ik. En anders staat er nog wel een bruikbare ruïne.
Vlak voor Maó nog even de Torre d'en Penyat bezocht voor een (koude) pauze met zicht op o.a. Fort Marlborough, beide 18e eeuws uit de tijd van de Engelse bezetting. Nog een laatste noodzakelijk aantal verharde kilometers gelopen naar de eerste beschikbare bushalte in Es Castell en toen maar lekker de bus genomen voor de laatste drie kilometer naar Maó. Toch maar mijn hielen een beetje sparen ...
De helft van de Camí de Cavalls zit erop. Twee dagen rust in Maó, goed eten en lekkere koffie!