Het is elke keer weer leuk ze te spreken, de andere GR11-lopers. "En route" haal je ze er ook zó uit (en zij mij), de zwaarbepakten tussen de daypacks. En meestal praat je ook even als je elkaar tegen komt. Over de sneeuwsituatie op die of die pas, of over goede overnachtingstips voor een vrije refugio of een "casa rural". Soms blijven de anderen in het kortstondige contact naamloos, soms praat je langdurig en wissel je emailadressen en telefoonnummers uit.
Op camping Aneto kwamen Kim en Thomas mij zelfs speciaal opzoeken (ze hadden geloof ik mijn Cicerone-gids en de Prames-kaarten zien liggen. Leuk was de verrassing, wederzijds, dat zij en ik de GR11 in één keer wilden doen én daarvoor ruim de tijd namen. Dat komt niet vaak voor, want de meeste mensen hebben tenslotte die luxe niet. Sommigen doen er de zomervakanties van jaren om de hele tocht te volbrengen en anderen (veel jonge extreem-sportieve Spanjaarden, in een groepje of alleen) maken er weer een race van: de GR11 in 30-35 dagen. Al zou ik het kúnnen (niet dus), dan zou ik het nog niet willen. Kim en Thomas hadden trouwens twee dagen eerder tussen Parzan en Refugio Biados Ton Joosten ontmoet die voor Cicerone met de update van de gids over de HRP bezig was. Het was al met al erg leuk om zo lang met ze te praten. Tot onze billen koud waren van het op de grond zitten op de inmiddels fris geworden zomeravond.