Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11, in blogarchief helemaal onderaan) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik niet meer werk en zoveel kan wandelen als ik wil, zal ik dit weblog weer gebruiken als ik de tocht de moeite vind. In 2024 was dat voor de Cami de Cavalls op Menorca en in 2025 liep ik 650 km van de GR10, die van Valencia naar Lissabon (in blogarchief vanaf maart).

vrijdag 20 juni 2008

Schimmen in het bos

De wegen waren nog nat toen ik volgende dag uit Roncesvalles vertrok, en hoewel het die dag maar 12 graden zou worden, was het droog. Vol goede moed ging ik op pad, vroeg voor mijn doen. Op de Collado IbaƱeta zag ik het al: ik ging de mist in. Deze keer letterlijk. Geen 30 meter zicht had ik. En halverwege de steile klim begon het ook nog lelijk te regenen en te waaien. Maar goed, ik moest door en plek om te schuilen was er nergens.
Voorbij de Collado de Lepoeder kwam ik ze opeens tegen, de schimmen die steeds uit de mist opdoemden. Pelgrims! Bijna zonder uitzondering schijnbaar gebocheld onder hun wijde regencape en sommige met blote benen (huh? ik liep met een regenbroek aan). De GR11 overlapt daar voor een paar kilometer de Jacobsweg naar Santiago de Compostela. Een paar kilometer die extra lang duurden door het eindeloze geploeter in de modder en soms meer dan enkelhooge smurrie van vergaand beukenblad.

Het waren er veel, die schimmen! Ik heb weliswaar anderhalf jaar geleden ook een moment (een kleintje maar) overwogen in mijn sabbatical de Camino de Santiago te lopen, maar deze kortstondige confrontatie met zoveel Santiago-gangers bevestigde mijn eerdere inschatting dat dat echt niets voor mij is. Hoewel ik onderweg graag een praatje maak met andere lopers en ´s avonds graag bij anderen aan tafel aanschuif, ontleen ik de spiritualiteit in de bergen vooral ook aan de stilte en de eenzaamheid. Dan voel ik mijn nietigheid in het universum en in de eeuwigheid, dan geniet ik intens van de landschappen. Dus al die capes tegenkomen in de mist in het bos, het was voor mij gewoon teveel.

Wat was ik blij toen ik bij de Collado de Bertantea de drukte weer achter me kon laten. Nog een tijdje liep er een gecapete vrouw in de mist achter me "attend, attend!". Wilde ze me waarschuwen dat ik verkeerd liep? Nadat ik naar die vage gele vlek in het grijs had geroepen dat ik de GR11 liep en niet de Camino de Santiago en ik geconstateerd had dat ze niet gewond was (ze hield het nog wel een eindje vol, mij te volgen), besloot ik maar door te lopen. Het weer was er ook niet naar om even te wachten om rustig een praatje met haar te maken, met die striemende regen en dikke mist. Ik moest door. Maar nog lang hoorde ik ver achter me "attend, attend!". Het zal een raadsel blijven.

Om 13 uur heb ik verkleumd in de (onbemande) Refugio Azpegi onderdak gezocht en besloot ik met de aanhoudende regen dat ik daar de nacht zou blijven. Het houtvuurtje maakte dat het minder koud werd en mijn spullen konden drogen.
De volgende dag, woensdag, was het stralend en dat bleef het. En nee, ik ga nu niet klagen dat het nu wel erg heet is, maar dat is het wel! Gelukkig ... Nu smelt tenminste de sneeuw die mij anders over een week zou tegenhouden.