Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11, in blogarchief helemaal onderaan) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik niet meer werk en zoveel kan wandelen als ik wil, zal ik dit weblog weer gebruiken als ik de tocht de moeite vind. In 2024 was dat voor de Cami de Cavalls op Menorca en in 2025 liep ik 650 km van de GR10, die van Valencia naar Lissabon (in blogarchief vanaf maart).

donderdag 22 mei 2008

Cordillera Huayhuash

Het sluitstuk van mijn vier maanden Bolivia en Peru zit erop. De trekking in de Cordillera Huayhuash heeft mij uiteindelijk (bijna) alles gebracht wat ik gehoopt had. Ik heb genoten van de desolaatheid van het hooggebergte waar ik zou van hou en de ongekende panorama´s. Ook fysiek gezien kon ik het allemaal goed aan, al moest ik natuurlijk in de laatste hoogtemeters van de hoogste passen altijd extra lucht bijhappen.


Aan Martin Leclercq (met benen twee keer zo lang als de mijne) had ik een fijne en gezellige trekkinggenoot en onze kleine staf van Tom (gids), Oscar (kok) en Betaño (ezelman en manusje van alles) maakte het ons zo goed mogelijk naar de zin.














De 13-daagse trekking met netto 11 wandeldagen bracht ons over diverse passen van 4500-5100 meter en tien van de twaalf nachten sliepen we op een hoogte van 4000-4500 meter. Het vroor vaak al als
we om 19 uur na het eten onze tent in doken en tegen de ochtend was het -5 graden of kouder. Dankzij onze dikke donsslaapzakken hebben we desondanks comfortabele nachten gehad en goed geslapen.




Toch zag het er in het begin niet zo rooskleurig uit. Ik had door koorts en dikke keelpijn met duizend mesjes bij het slikken, vooraf zelfs overwogen de trekking af te blazen, maar na een bezoek aan de dokter en met antibiotica op zak, besloot ik het er toch op te wagen. Dag 2 en de eerste loopdag moesten we 700 meter omhoog naar 4180 meter en het hoesten deed gewoon pijn. Wonderwel voelde ik me de tweede loopdag alweer sterk in de benen (ik moest die dag ook mijn persoonlijke hoogterecord van 4600 meter gaan overschrijden!) en ging het vanaf dat moment ook best goed, al heb ik de hele tocht nog akelig lopen hoesten. Tot overmaat van ramp werd Martin na twee dagen óók ziek. Knap dat hij zich desondanks zo buitengewoon over de passen heeft gered, al betekende dat wel dat hij zich na aankomst echt beroerd voelde en met een Ibuprofen in zijn slaapzak moest duiken.

En dan het weer...! Het begon koud en nat, dag na dag, en er leek geen eind aan te komen. Zeker als je je ziek en rillerig voelt, maakt dat het gevoel van malaise alleen maar erger. Hoewel we tijdens het lopen eigenlijk nog best geluk hadden, gingen we ´s ochtends twee keer weg met sneeuw en vaak begon het in het laatste stuk van de wandeling alweer te regenen. De derde dag brak gelukkig de stortbui van hagel en regen pas los nadat we nét aangekomen waren. En wat minstens zo jammer was: alle besneeuwde zesduizenders bleven voor ons ook verscholen achter de laaghangende wolken.




Maar ... het kwam allemaal goed! Over de kampeerplaats Viconga, waar ook de warmwaterbaden lonkten, hadden Martin en ik al heimelijke fantasieën dat we daar eindelijk onze klamme slaapzakken in het zonnetje konden leggen.
En waarempel ...! We hebben genoten van het badderen in water van dik 40 graden dat de aarde daar zomaar naar boven bracht, maar ook kwamen onze dromen uit. De dikke vorst van de nacht erop betekende het begin van een hele reeks dagen met prachtig weer.


















Het hoogtepunt was de Paso San Antonio (bijna 5100 meter) in een door trekkings minder gebruikte route van Huanacpatay naar Cotatambo, nabij het basecamp van Joe Simpson. Voor degenen die het niets zegt: in de klassieker "Touching the Void", ook verfilmd, beschrijft Joe Simpson zijn lijdensweg naar het basecamp nadat hij bij de beklimming van de Siula Grande na een val in een gletsjerspleet doodgewaand is achtergelaten en inderdaad meer dood dan levend met tig beenbreuken probeert af te dalen om zijn leven te redden. Martin en ik vonden dit uitzicht vanaf de Paso San Antonio op de Siula Grande en zijn omgeving het prachtigste panorama van de trektocht.

De volgende ochtend zijn we, voorafgaand aan de afdaling naar Huayllapa, om 04.00 uur vertrokken voor een bezoek aan de gletschervallei die na het lezen van het boek en het zien van de film voor mij zoveel betekenis had.



Vanuit kamp Gashapampa heeft Martin met succes de Diablo Mudo (hier gezien vanuit het kamp bij avond en weerspiegeld in een klein bergmeertje) beklommen, samen met Tom. Ik ben die dag met kok Oscar "gewoon" naar Laguna Jahuacocha gelopen.











Na tien aaneengesloten loopdagen hadden we op dag 12 een rustdag aan Laguna Jahuacocha met uitzicht op o.a. Jirishanca en Yerupaja. Wat een genot! Geen haastig alles weer moeten inpakken in de ochtendvorst.
Lekker uitslapen, laat ontbijten en een lunch van Oscar aan een tafeltje in de zon!Terwijl de mannen pogingen deden het avondmaal bij elkaar te vissen heb ik grotendeels het goddelijke niets gedaan, alleen genoten van de zon en de omgeving en tijdens de middagbui uit mijn e-book van Doris Lessing te lezen. De volgende dag zijn we in een makkelijke wandeling naar eindpunt Llamac gelopen en hebben we nog één keer met een lange pauze genoten van het uitzicht op de witte Huayhuash-toppen.

Helaas vertelde Martin me in de bus terug dat het EPO-effect van deze hoogtestage al weer aan het wegebben is als ik over ruim twee weken aan de GR11 begin. Tja, je kunt niet alles hebben...