Verjaardagscadeautje van mama! En (om die reden) gelukkig ook met genoeg leuke kanten: Incacultuur in overvloed, lekker stevig gelopen, prachtige uitzichten, leuke groep mensen en goede gidsen. Maar de overbekende "Incatrail" wilde ik ruim twee maanden geleden, uit angst voor de drukte, eigenlijk al inwisselen voor een trekking in de Lares-vallei en daarnaast Machu Picchu op een andere manier bezoeken. Ik had het moeten doen, want de Camino de Inca is echt te druk voor mij. Drie van de vier dagen was de drukte tijdens het lopen echt op het irritante af en twee van de drie nachten kampeerden we echt hutje-mutje, waarvan de laatste nacht met harde muziek uit het hoofdgebouw tot ver over tweeën. Als ik het dus kon overdoen ...
Het was ook een mooi pad, zowel qua omgevig als qua cultuurhistorische aspecten. Ook grappig dat we halverwege de derde dag opeens van typische hooggebergtevegetatie in een jungleomgeving kwamen, van sierra naar selva. Wel gaat de geplaveide maar allerminst gelijkmatige ondergrond je soms wel tegenstaan. Hulde aan de dragers die dit pad elke dag met zware lasten belopen, en met ongekende vaart! Door de duizenden treden op de soms duizelingwekkend steile trappen heb ik ook spierpijn op plaatsen waar ik die nog nooit gevoeld heb, onderin mijn kuiten. Lekker wel! De inspanning werd ook altijd weer beloond met prachtige vergezichten.
De grote apotheose had natuurlijk Machu Picchu op de slotdag moeten zijn. Om 04.00 uur waren we opgestaan, niet alleen om vroeg bij de oude Incastad te zijn, maar vooral om vanaf Intipunku, de zonnepoort op een pas hoog boven het complex, de zon te zien opkomen terwijl onder ons Machu Picchu in de ochtendschemer zou opdoemen. Een dikke mist, al in de avond ervoor ontstaan, was echter ons deel en die trok pas op nadat we al lang en breed op het complex waren.