Toen ik ´s avonds nog even checkte of mijn plaatsje in de bus van Copacabana naar Cuzco nog wel vaststond, hoorde ik tot mijn schrik dat er in de regio van Puno de volgende dag een algemene staking zou zijn met wegblokkades en dat er door niemand gereden zou kunnen worden. Dus geen bus! Oeff!! Daar moest ik even over nadenken. Ik had namelijk nogal een strak programma in mijn laatste zuidamerikaanse maand ...
Koud op mijn hotelkamer belde de receptie dat er die avond vanaf de grens, niet al te ver van Copacabana, nog wel een bus naar Puno zou gaan en als ik wilde zou er binnen een kwartier een taxi voor me klaarstaan om me daarheen te brengen. Eh ... denk, denk.. een kans om niet te missen, dat was duidelijk. Dus ik zei "ja".
Maarre ... ik was net terug van Isla del Sol en bijna al mijn spullen lagen verspreid in mijn hotelkamer: slaapzak en slaapmatje om te luchten, vuile was, schone spullen, toiletartikelen. En dat moest in een kwartier allemaal in een rugzak, terwijl de volumeverhoudingen tussen inhoud en rugzak altijd al zodanig zijn dat een rustige planmatige aanpak met veel krachtvergende compressie van alle zakken en zakjes de enige manier is. En nu had ik 15 minuten!
Het stressbestendig in panieksituaties reageren was ik na drie maanden projectleider-in-ruste te zijn bijna ontwend, maar waarempel ... het lukte me! Alleen heb ik nog nooit zo luid gesteund en gekreund bij het met kracht proppen van mijn volumineuze (want tot -19 graden) slaapzak in het eigenlijk te kleine Thermarestzakje.
Ik geloof dat ik echt binnen een uur mijn spullen heb ingepakt, het hotel heb afgerekend, naar de grens ben gereden, de rugzak bij de bus heb afgegeven, achtereenvolgens zowel Emigratie Bolivia als Immigratie Peru, beide met rijen lotgenoten, heb ondergaan en zélfs nog gauw achter een auto heb geplast. Een spannend uurtje, maar ik wás in Peru, om 19 uur vertrok de bus en na ruim twee uur was ik in Puno.
In Puno was het "storm voor de stilte". Een levendige échte stad (met échte kledingwinkels en échte banketbakkers), met veel drukte in de straten, waar het ook nog een uurtje vroeger was dan in Bolivia, zodat ik rustig nog ergens een hapje kon gaan eten.
Hoe anders was het vanochtend ...
In de departementen Puno en Arequipa was er een algemene staking. En dat betekende in Puno dus ook echt totale staking. Alles was dicht, werkelijk alles, en er reed nog geen fietstaxi. Heimelijk functioneerde er nog wel wacht achter de kleine deurtjes in stalen rolluiken, vooral bij kleine buurtwinkeltjes, maar het was echt stil op straat. Zelfs hotels hadden het voor de nacht gebruikelijke traliewerk grotendeels gesloten, al konden de gasten er natuurlijk nog wel steeds door.
Hoewel de vele stenen en glasscherven op straat, bedoeld om ook de potentieel dissidente verkeersdeelnemers ernstig te ontmoedigen, blijk gaven van heftiger gevoelens, had de donderdagochtend in Puno de gemoedelijke sfeer van een autoloze zondag. In de woonwijken rondom de baai wandelde iedereen rustig met vrouw en kind of hond, er zaten mensen met elkaar te praten en er werd op straat gevoetbald.
