Na een paar dagen gedwongen "wondjesrust" ben ik dinsdag 12 augustus weer op pad gegaan. Naar Nuria om te beginnen, vanaf Queralbs 750 meter omhoog door een mooie kloof. Nuria zelf is niet iets om je op te verheugen, meer een noodzakelijk kwaad als tussenstop. Het is een toeristisch uitgebuit kloostercomplex van bedenkelijke architectonische waarde waar de sereniteit ver te zoeken is. Ik kwam er voor het eerst in de winter, januari 2003 (mijn eerste kennismaking met de GR11!), en liep tussen de sneeuwspuitmachines die Nuria als skioord zijn bestaansrecht moeten garanderen. ´s Zomers is het niet veel beter. Ik schrok me wild toen ik over het colletje heen kwam dat de entree tot de Valle de Nuria vormt: uit de luidsprekers kwam een soort jodelmuziek! Nu bleek dat gelukkig alleen ter ondersteuning van reclame, maar toch ... Het voordeel van zo´n oord is dat ze behalve souvenirs ook gastankjes, yoghurt en brood verkopen. En in de kampeerzone overheerst gelukkig ´s avonds het geluid van het naastgelegen riviertje.