Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik geen sabbaticals meer nodig heb om te kunnen wandelen (want definitief 'los'), zal ik dit weblog weer gebruiken. Ik worstel nog met het criterium 'wanneer wel, wanneer niet', maar in ieder geval tochten met een kop en een staart. En dus waar ik in 2024 mee begon: de 'Camí de Cavalls' op Menorca.

dinsdag 19 maart 2024

Eerste zware dag

Het is dan toch gebeurd. Ik had het waarempel een beetje zwaar. Ik ben blij dat ik kan stoppen, en mijn tent kan opzetten. Bij Macar d' Alfurinet. Ik heb alleen bij vlagen bereik en ik heb ook ruzie met Google foto's, dus plaatjes komen nog.


AANVULLING

Wat was het mooi wakker worden om 6.15 uur met de gloeiende zonsopkomst in de verte! Deze overnachtingsplek krijgt de hoofdprijs van de hele tocht!


































Dinsdag was het vooral zwaar door erg steile hoogtemeters in combi met de hogere temperatuur. Ik was ook expres later weggegaan, om niet weer veel te vroeg klaar te zijn. Dus ik liep ook op het heetst van de dag. Voor het eerst liep het zweet langs mijn gezicht en werd mijn shirt zeiknat. En ik had de hele vakantie nog geen ORS in mijn drinkwater gedaan. Dat doe ik op wandeltochten eigenlijk al eeuwen standaard, ter aanvulling bij veel transpiratie. Op Menorca was alles zo'n makkie tot nu toe en de temperatuur zo laag, dat ik die ORS nog niet een dag gemist had. Ik merkte alleen vandaag dat ik die extra zouten wel miste.

Eerste pauze was bij het vissershuisje van Cala Calderer, waar op de achtergrond de werkgeluiden van boerderij Sant Jordi hoorbaar waren. 






















Bij Cala Pilar heb ik voor de tweede keer gepauzeerd, op de banken van de picknickplek. Hoewel de bron van Pilar niets meer voor mij te bieden had (ik had er eigenlijk op gerekend), maar ik best moe was, besloot ik niet verder te lopen naar de bron die het mogelijk wel deed (of niet) maar waar ik onzeker zou zijn over een goede kampplek daarna. Kortom: niet doorsjouwen maar zo snel mogelijk stoppen. Dat zou dus bij Macar d'Alfurinet worden. En weer rantsoen op het water om nog genoeg te hebben bij ontbijt en voor onderweg. Geen verspilling van water aan een maaltijd die ik met lange tanden zit weg te eten, maar een heerlijke kop hete isostar-citroen. En een halve zak knabbelzoutjes voor de vulling.

De baai waar ik verbleef is prachtig. Weer zo heel anders, met pastelkleurige stenen met mooie structuren en kleine steentjes die op paaseitjes lijken. En er liepen wilde geiten, gezellig!