Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11, in blogarchief helemaal onderaan) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik niet meer werk en zoveel kan wandelen als ik wil, zal ik dit weblog weer gebruiken als ik de tocht de moeite vind. In 2024 was dat voor de Cami de Cavalls op Menorca en in 2025 liep ik 650 km van de GR10, die van Valencia naar Lissabon (in blogarchief vanaf maart).

zondag 9 maart 2008

De verhalen achter de Betania-kinderen

Meer en meer kom ik te weten over de kinderen van Betania en meer dan me lief is. Of eigenlijk dat niet, want je wilt ze zeker leren kennen. Maar je zou soms gewoon willen dat het niet waar was.
Reina bijvoorbeeld. Een mooi, broos, ernstig kijkend meisje waarvan de voortanden aan het wisselen zijn. Als je haar handen aanraakte trok ze ze snel terug. Ze heeft vreemde littekens aan haar polsen. Ze kan niet lezen of schrijven. Vorig jaar is ze door haar moeder van school gehaald (en van Betania) om te gaan werken. Ze was toen 7 jaar Ze heeft een groot deel van het jaar gemist.
Gelukkig begon ze dit schooljaar (11 februari) weer op school en bij Betania. Maar ze zat in de tweede klas en had steeds huiswerk dat voor haar veel te moeilijk was: woorden en zinnen schrijven, terwijl ze de M niet van de P kon onderscheiden en de A niet van de E. Speciaal voor Reina (en "grote" José) heb ik toen een boek gekocht om ´s middags steeds even samen uit te lezen, stap voor stap. A, e, o, i, u ... Da, de, do, di, du ... Dedo ....
Reina is deze week teruggezet naar de 1e vertelde haar oudere broertje mij maandag toermn ze samen binnenkwamen. Wat een geluk voor Reina! Ze bloeit helemaal op. Ze is trots op wat ze wél kan en beweegt zich nu al opvallend vrijer. Als ze weggaat krijg ik een dikke kus.









Maar het aantal vrijwel identieke gevallen uit mijn klasje van "Segundos" blijkt groter. Het zijn kinderen die in de maalstroom van de massa vergeten worden. 90% van de klas kan wel lezen en schrijven en niemand kijkt er meer naar om dat er een paar de boot dreigen te missen. Het zijn de analfabeten in de dop. Ondertussen wil de propaganda van Evo Morales ons doen geloven dat het analfabetisme in Bolivia, dankzij zijn inzet uiteraard, is teruggebracht tot 0%. Ik hoorde dit stuitende sprookje op de radio in de micro. Ik ken er zelf in mijn beperkte omgeving al zeker tien die niet kunnen lezwen of schrijven. En dan hebben we het nog niet over de laaglanden waar hele volksstammen verafgelegen leven, zonder scholen.

"Kleine" José werkt elke dag bergen huiswerk weg door letters als tekeningen te kopiëren, want lezen en schrijven kan hij niet. Een ware krachttoer om het steeds af te krijgen, ook voor mij. Vaak zit ik nog samen met José te zwoegen als de rest al lang thuis is. Omdat José, net als veel andere kinderen, thuis niet op hulp kan rekenen moet het bij Betania gebeuren. En Tom en ik (meestal ik) moeten daar op toezien. Naar mijn idee is de dagelijkse lijdensweg volstrekt zinloos. We gaan de goedbedoelde wens van de Betania-leiding ter discussie stellen. En ondertussen ben ik ook met José begonnen met lezen op het niveau van ma, mo, me, mi, mu ...

Het verhaal van kleine José heeft nog meer kanten. In het weekend werk hij als hulpje bij een garage om een paar centen bij te dragen aan het schamele gezinsinkomen van de alleenstaande moeder met haar drie kinderen. Het speelse en hardwerkende jongetje met altijd een dikke snottebel heeft ook een duistere kant: hij slaat regelmatig zijn zusje van 10 en hij slaat ook zijn moeder als het schaarse brood verdeeld moet worden en hij meer wil. En het zijn geen incidenten.

"Grote" José had ik al eerder gespot voor extra hulp. Vaak lief en nog vaker vervelend, zo nu en dan ook agressief en in zichzelf gekeerd. Ook 8 jaar. Hij kan wel iets beter letters herkennen, maar loopt ook ver achter. Hij heeft tien oudere broers en zussen die hem niet willen of kunnen helpen. Zijn vader is vrachtwagenchauffeur en langdurig weg. Of zijn moeder nog leeft of niet of dat ze ver weg werkt weet ik niet, maar José woont bij zijn neef.

En deze week was Leydi er opeens niet meer. Bij navraag bij haar kleinere broertje bleek dat Leydi niet meer terugkomt. Ze moest gaan werken in het winkeltje van haar ouders op de Mercado Campesino. Arme Leydi ...