
Nadat we geschikte kleding aan kregen met laarzen, helm en lamp, begonnen we in de mijnwerkerswijk aan de voet van Cerro Rico. In de winkeltjes en op de markt kregen we uitleg over wat de mineros zelf dagelijks kopen om te gaan werken: dynamiet, alcohol (96%!), sigaretten, frisdrank en cocabladeren.


Iedereen kocht een cadeautje voor de mijnwerkers, allemaal dit soort dingen waar ze echt iets aan hebben en die nou ook weer niet zo heel makkelijk te betalen zijn. Ik had dynamiet gekocht. Overigens is deze in Potosí (nergens anders) vrij verkrijgbaar en zelfs spelen kinderen er soms gewoon mee.

De alcohol wordt gebruikt voor het offer aan El Tio (ofwel De Oom, een verzachtende naam voor de duivel die in de beleving van de mijnwerkers wel in de berg móet huizen, want zo warm kan het alleen in de hel zijn) en zelf nemen ze ook een flinke slok die ze naspelen met fris.

Alcohol Potable staat er op de fles, drinkbare alcohol. Ja ja, met 96%...