Na Nuria kwam er nog één laatste traject in de hogere Pyreneeën. En niet zomaar het lulligste. Als om het contrast met de laaggelegen eindspurt nog eens te benadrukken is dit gedeelte het hoogste van de GR11. Na het bereiken van de Coll de Noufonts op 2650 meter loop je nog een dikke twee uur over een bergkam tussen 2500en 2800 meter.
En alsof het was om mij nog eens met mijn neus op het feit te drukken dat de Costa Brava echt nog een eindje lopen is, was het venijnig koud en liep ik grotendeels in de wolken in een snijdende wind. Ik wist toen al dat er kort daarna dagen zouden komen dat ik zou terugverlangen naar die ijzige wind. Een dag later heeft het op 2000 meter trouwens gesneeuwd. Ik prees mezelf gelukkig dat ik dat net gemist heb. Op de laatste col heb ik voor ik zou gaan afdalen naar
Refugio Ulldeter met weemoed het uitzicht op wat achter me lag in me opgenomen en afscheid genomen van hetgeen waar ik eigenlijk voor gekomen was: de desolate schoonheid van de Spaanse Pyreneeën.