Het was een feest om weer in mijn tentje wakker te worden. Na het ontbijt en het opruimen van mijn tentje ben ik 20 minuten verder in Vistabella del Maestrat eerst water en brood gaan halen en heb ik genoten van twee
cortados. Daarna ben ik om 11 uur op pad gegaan. Het was wederom erg afwisselend met eerst glooiend agrarisch land en later steilere paden langs dramatische
barrancos, hooggelegen weides en bos. En dan die onwerkelijke witte kronkelende rivierbedding van de Rio Monlleo...

Het kruis dat ik onderweg tegenkwam is ongetwijfeld een markering die hoort bij de pelgrimsroute naar Sant Joan de Penyagolosa. Mijn eerste pauze was bij Ermita San Bartolomé, met nog lekkere zoete pasteitjes van de dag ervoor.
In de afdaling door het bos naar de Rio Monlleo, het diepste punt, kwam ik iets curieus tegen. Het pad was recent vrijgemaakt van begroeiing en dat had ongetwijfeld te maken met de jaarlijkse traditionele pelgrimage van Culla naar Sant Joan de Penyagolosa, een paar dagen eerder. Maar wat echt idioot was en wat ik nog steeds niet kan plaatsen, is dat er minimaal 25 boomstronken en grote takken over het pad waren gelegd. Opzettelijk, geen twijfel. In heb het grootste deel weggehaald. Maar als het zou zijn om mountainbikers te ontmoedigen (het nieuwe bord dat ik een aantal keren zag, geeft daar aanleiding toe) dan streef je toch wel je doel voorbij, aangezien de GR7 primair een wandelroute is en die takken waren echt niet gemakkelijk om overheen te stappen.


De Rio Monlleo bij de bron Fuente de Molinar zou een pauzeplek zijn, maar de bron stroomde niet en ik had nog precies genoeg water om bij Culla te komen. Ik besloot gewoon maar weer omhoog te gaan. Over zo'n rotspad vind ik dat altijd wel lekker, omdat het zo snel gaat. Vooral het laatste stuk naar Culla, toen het pad weer pista werd, viel me zwaar. En het laatste stuk asfalt langs varkenskwellerijen.
Culla is een citadeldorp hoog op een rots. Hoog! Daarbij had ik de misvatting dat er in Culla een hostal was. Ik meende ook nog te weten dat het Meson de Culla heette. Niets dus. Gelukkig kon ik na een paar telefoontjes terecht in Casa Lino, waar ik voor weinig het hele huis mocht gebruiken. 's Avonds kon ik in de avondzon Ares de Maestre zien liggen waar ik de volgende dag heen zou gaan.