Ik ben dit blog ooit begonnen bij mijn eerste sabbatical in 2008 (Bolivia, Peru en GR11, in blogarchief helemaal onderaan) en heb hier ook in 2016 van mijn tweede, met 2000 km GR7, verslag gedaan. Voor de talloze kleinere tochten van 1-4 weken vond ik het de moeite niet. Nu ik niet meer werk en zoveel kan wandelen als ik wil, zal ik dit weblog weer gebruiken als ik de tocht de moeite vind. In 2024 was dat voor de Cami de Cavalls op Menorca en in 2025 liep ik 650 km van de GR10, die van Valencia naar Lissabon (in blogarchief vanaf maart).

donderdag 26 juni 2008

Wildkamperen

Je hebt wildkamperen en wildkamperen. Vanuit Zuriza was de eerstvolgende stop La Mina, een oord met slechts een boerderij en een niet bemande vrije refugio. Er was voor de middag zwaar weer voorspeld en inderdaad, vlak voor La Mina zag het er dreigend uit. Ik had me niet voor niets gehaast en me beperkt bij de pauzes. Ik hield ook rekening met schuilen en overnachten in de refugio. Maar eenmaal beneden leek de bui over te trekken en dus liep ik door op zoek naar een mooi plekje voor mijn tent aan de Rio Aragon (Subordan). Het was uiteindelijk prachtig zonnig (om 17 uur was het 27 graden in de schaduw) en ik heb úren geluierd aan het riviertje met het gerinkel van koebellen in de verte, kleren en mezelf gewassen, sigaartjes weggepaft en gewoon ... genoten.

Hoe anders was het de volgende avond! Het had die nacht ontzettend gestormd bij een overigens knalheldere sterrenhemel. Overdag moest ik wel een paar keer stoppen om mezelf en mijn rugzak te voorzien van iets tegen de regen, maar uiteindelijk was het best een mooie wandeldag qua weer. Het was wel een zware dag, vooral het eindeloos lijkende stuk rond de Ibon d´Estanes, maar het liep gesmeerd. In de tweede helft van de middag wilde ik mijn voeten maar eens lekker laten pauzeren voor ik aan het laatste stuk naar Candanchu (en liefst Canfranc) zou beginnen. En toen begon het gedonder. Dikke mist met zicht van 20 meter kwam opzetten en het begon ook zachtjes te regenen. Toch kon ik de route goed vinden, dankzij de zich in de mist nog aftekenende steenmannetjes. Ik vorderde aardig richting Candanchu tot ... de Gave de l´Aspe. Door de vele sneeuwval van de afgelopen tijd en de hitte van de laatste week moest er heel wat smeltwater worden afgevoerd en het stroompje was een onneembare kolkende watermassa geworden die onverantwoord was om te nemen. Zelfs al was de ijzerkabel die er ooit voor de veiligheid was aangebracht nog heel geweest. Het was laat en mistig en een dik uur teruglopen en dan via een andere route naar Candanchu lopen was uitgesloten. Er zat niets anders op dan zo snel mogelijk een plek te zoeken voor mijn tentje. Toch maar niet in het Parc Nacional des Pyrenées in Frankrijk waar ik op dat moment liep, maar nog geen 50 meter over de grens met Spanje en net uit het beukenbos komend vond ik een redelijk vlak plekje. Alles was nat, echt alles, en dat bleef het dus ook, want van drogen was geen sprake met die mist. Dus mijn natte kleren maar in een zak gestopt en gauw wat droogs aangetrokken. Vanuit mijn tentje heb ik nog gauw buiten wat water gekookt voor een heerlijke Drytech maaltijd, maar dt was het dan ook. Met mijn hele hebben en houwen zat ik in mijn tentje.
De volgende ovchtend hoopte ik op een mooie ochtendzon die alles zou drogen, maar helaas ... ik ging met even dichte mist weg. Pas na de middag kwam ik weer in het land van de zon en heb ik alles kunnen laten drogen.